Raadsleden discussiëren over bestuurlijke toekomst
Woensdagavond 16 oktober 2013 kwamen zo'n 80 raads- en collegeleden uit de Hoeksche Waard bij elkaar in scholengemeenschap Willem van Oranje in Oud-Beijerland om van gedachten te wisselen over de bestuurlijke toekomst van de Hoeksche Waard.
Op de publieke tribune woonden ongeveer 55 belangstellenden het debat bij.
De bijeenkomst werd geopend door Jan Luteijn, voorzitter van de stuurgroep Evaluatie regionale samenwerking Hoeksche Waard.
Voorafgaand aan het debat was er een korte presentatie van de notitie toekomstverkenning die onderzoeksbureau Partners+Pröpper in opdracht van de stuurgroep heeft gemaakt. In deze notitie zijn de drie modellen die in het onderzoeksrapport naar voren kwamen verder uitgewerkt; de doorontwikkeling van de regionale samenwerking naar regionaal bestuur (Drechtstedenmodel), een ambtelijke fusie van de vijf gemeenten en het SOHW en een herindeling.
Ook werd een korte terugkoppeling gegeven van de bijeenkomst met de maatschappelijke organisaties uit de Hoeksche Waard die vorige week donderdag plaats vond. Deze organisaties gaven de nadrukkelijke boodschap mee dat niets doen geen optie is.
Er moet een duurzame toekomstgerichte keuze gemaakt worden waar het eiland bestuurlijk gezien minstens tien jaar mee vooruit kan. Ook wordt gevraagd een keuze te maken vanuit inhoudelijke overwegingen. Voorkomen moet worden dat de maatschappelijke organisaties steeds met vijf gemeentebesturen moeten overleggen.
Bovendien werd vanuit het maatschappelijk middenveld benadrukt dat er geen optimale schaalgrootte bestaat, een ideaal model is er niet. Maar een ambtelijke fusie heeft niet de voorkeur. Wel moet er ongeacht het gekozen model aandacht zijn hoe de afstand tot de samenleving, de inwoners wordt overbrugd.
Voorzitter Liesbeth Spies gaf de aanwezigen mee dat het uitwisselen van meningen en gedachten het hoofddoel van de avond is. Het eerder door alle raden vastgestelde evaluatierapport gaf aan dat er onvolkomenheden zitten in de huidige samenwerking.
Het uitgangspunt is dus duidelijk; er is overeenstemming over het feit dat niets doen in de Hoeksche Waard geen optie is. Ook al zijn de meningen over de oplossing van dit probleem nog verschillend.
Onder leiding van voorzitter Liesbeth Spies is vervolgens levendig gedebatteerd over de motieven, de aanleidingen en redenen die er zijn om de samenwerking op een geïntensiveerde manier vorm te geven.
Uit deze discussie is een aantal punten te destilleren waar eigenlijk alle partijen het wel over eens zijn: welk model er ook gekozen wordt, er moet ruimte blijven voor lokaal maatwerk, er moet een betere positionering van de Hoeksche Waard komen in de regio en mede gezien de opgaven die op de gemeenten afkomen is een professionalisering van de organisatie en slagvaardige besluitvorming nodig.
Aan het einde van de bijeenkomst concludeerde Liesbeth Spies dat er geen eenduidige conclusie of richting aan te geven is. Wel stelt zij vast dat er een grote eenduidigheid is over de kernmotieven. De mening dat het beter moet, wordt breed gedeeld.
Het zal geen eenvoudige opgave worden om een brug te vinden tussen de voorstanders van een herindeling en de voorstanders van een versterkte regionale samenwerking. Hier ligt een uitdaging voor de stuurgroep. Die gaat zich inspannen om, zoals in de startnotitie over de evaluatie van de regionale samenwerking is afgesproken, voor het einde van dit jaar met een voorstel te komen over de ‘stip aan de horizon’ voor de Hoeksche Waard en de route daar naartoe.
Uiteindelijk is het aan de vijf gemeenteraden om daar een besluit over te nemen.
Voor meer informatie en alle achterliggende stukken, kunnen belangstellenden terecht op www.samenwerkinghw.nl.