logo s-Gravendeel

Digitaal dorp
s-Gravendeel

Alles over s-Gravendeel...

Vervolg (2) hoofdstuk 2 "De vlasserij in 's-Gravendeel"

Vorige Inhoudsopgave Volgende

2.3 Eindproducten

Alle producten, die tijdens de vlasbewerking vrijkwamen, werden gebruikt. In onderstaand schema (schema 2) is te zien welke producten het vezelvlas opleverde en tussen haakjes waarvoor het product werd gebruikt.

Schema 2. Gebruik van producten ontstaan tijdens de vlasbewerking.

Na het repelen levert 1000 kilo ruw vezelvlas het volgende op(58) (59) (60):

  • 220 kilo zaadbollen
    • 90 kilo bolkaf (veevoer)
    • 120 kilo lijnzaad
      • goede kwaliteit:
        • 120 kilo zaaizaad
      • slechte kwaliteit:
        • 82 kilo lijnkoeken (veevoer)
        • 32 kilo lijnolie (gebruikt voor het bereiden van verf, lak, stopverf, vernis, zeep, linoleum, kunsthars, preserveren van visnetten en toegepast in de farmacie en als spijsolie)
  • 30 kilo bolraap
    • na het braken levert dit 25 kilo bolraap (drainagemateriaal)
  • 740 kilo gerepeld vlas

De 740 kilo gerepeld vlas levert na het roten 580 kilo geroot vlas. Na het zwingelen levert dit gerote vlas het volgende op:

  • 70 kilo ruwe lokken (touw, mindere en grovere kwaliteit gebleekt linnen)
  • 390 kilo scheven : als brandstof gestookt, later werden de volgende producten gemaakt:
    • 370 kilo gezuiverde scheven (meubelplaten, bouwplaten en isolatiemateriaal)
    • 20 kilo afval (papier, bankpapier, sigarettenpapier, luchtpostpapier)
  • 120 kilo vlaslint

Het vlaslint werd in de spinnerijen tot garens gesponnen, die tot linnen stoffen werden geweven.

Tot aan het begin van de negentiende eeuw waren er in West-Europa slechts drie textielvezels die een rol van betekenis speelden: vlas, hennep en wol. In de loop van de negentiende eeuw werd katoen een serieuze concurrent voor vlas. Hennep is qua grovere garens de grootste concurrent van vlas en katoen is dat voor de fijnere garens.

De vlasvezel, de sterkste natuurlijke vezel, zwelt op in natte toestand en de sterkte neemt dan toe. De vlasvezel pluist weinig door haar lengte. De vlasvezel is taaier en is een goede warmtegeleider, maar is minder elastisch dan de katoenvezel.(62) Door deze eigenschappen werd vlas gebruikt voor verschillende doeleinden (zie schema 3).(63)

Schema 3. Producten gemaakt van vlas.

Industriële producten:

  • Zeildoek, zwaardoek, canvas.
  • Zakken, zoals postzakken.
  • Filterdoek, als geen chemische bestendigheid nodig is.
  • Brandslangen. Omdat vlasvezels in natte toestand opzwellen, worden de dichtgeweven brandslangen snel vrijwel waterdicht.
  • Naaigarens voor de schoenindustrie, zeilmakersgaren etc.

Huishoudtextiel:

  • Tafellinnen. De natuurlijke blijvende glans en onregelmatigheid geven het tafellinnen een apart cachet.
  • Lakens en slopen van linnen zijn sterk en koel.
  • Huishoudgoed. Doordat vlas niet pluist, is het bijzonder geschikt als droogdoek voor kristal en glaswerk, handdoeken en zakdoeken.

Interieurstoffen:

  • Bekledingsstoffen voor stoelen
  • Gordijnen
  • Matrasovertrekken

Kleding:

  • Linnen kleding, onder andere overhemden, zijn koel, hebben een mooie glans en zijn sterk. Linnen bezit een sterk waterabsorptievermogen en droogt snel, waardoor het geschikt is voor tropenkleding.

Militaire toepassingen:

  • Schietkatoen
  • Hospitaallinnen  
  • Vliegtuigvleugels
  • Parachutistenuitrusting
  • Uniformen

Overige doeleinden:

  • Schildersdoek(64)

Uit dit hoofdstuk is naar voren gekomen dat de vlasserij bestaat uit de vlasteelt, een landbouwactiviteit, en de vlasbewerking, een landbouwnijverheid. Bij de teelt zijn de bemesting en de onkruidbestrijding belangrijk. Het handmatig oogsten van vlas was zeer arbeidsintensief en werd pas omstreeks de jaren vijftig van de twintigste eeuw overgenomen door de vlasplukmachine.

Tijdens de vlasbewerking werd het vlaslint losgemaakt uit de vlasstengel. De bewerkingen waren achtereenvolgens repelen, roten, braken, zwingelen en opmaken. Vooral het roten was van groot belang voor de kwaliteit van het vlaslint. Uiteindelijk levert duizend kilo ruw vlas ongeveer 120 kilo vlaslint op.

De vlasbewerkingen waren zeer arbeidsintensief. In de loop van de twintigste eeuw werden machines ingezet. Bij het roten werd vanaf het begin van de twintigste eeuw het slootroten langzaamaan vervangen door warmwaterroten. Het vullen en leeghalen van de rootbakken bleef handwerk. Rond 1900 werd het braken al machinaal gedaan, gevolgd door het zwingelen met de mechanische zwingelmolen. In de jaren dertig verschenen de eerste vlasturbines, die het vlas volautomatisch braakten en zwingelden. De eerste repelmachine werd vanaf de jaren dertig ingezet, in de jaren vijftig gevolgd door een gecombineerde machine, waarmee het vlas werd gerepeld, geschoond en gebonden.

Door verschillende goede eigenschappen werd vlas voor zeer diverse doeleinden gebruikt: van kleding tot stoffen voor het interieur, het huishouden en de industrie en voor militaire toepassingen. Niet alleen het vlaslint werd gebruikt ook de verschillende andere vlasproducten werden verwerkt.